Waarde lezer, het kwam vrij spontaan bij me op afgelopen zondag. De weergoden beloofden nog een tweetal prachtige najaarsdagen; de agenda kon schoongepoetst worden; mijn teerbeminde wederhelft vond het een prima idee. Oftewel: de inleiding naar een korte beschrijving van een tweedaagse motorrit door een stukje van de Ardennen en Eiffel.
Een rit moest gekozen worden. Vorig jaar had ik er ook al eens gebruik van gemaakt, de website www.motorroutes.nl. Van harte aanbevolen. De website is duidelijk opgebouwd en vrij eenvoudig selecteer je een route en het downloaden lukt ondergetekende zelfs. Al een paar jaar navigeer ik met de Beeline; een soort nieuwerwetse bolletje-pijltje. Je heb dan niet zo’n groot scherm op je stuur.
Ik besloot om deze rit met de rode Thruxton-Watsonian Prescott zijspanmotor te gaan rijden. Daardoor nog nèt wat avontuurlijker dan m’n solomotor. Lekker makkelijk ook; een tas inpakken, wat eten en water voor onderweg, hupsakee. De bak is dan nog lang niet vol. Dat biedt de mogelijkheid om nog wat spullen bij een brocante te kunnen scoren en die vanwege geen-ruimte, te moeten laten staan. Je weet immers maar nooit; ook het gewone leven kent soms verrassingen. De route die ik had uitgezocht heet ‘Rondje Francorchamps’ en begint in Hockai; een klein eindje onder de wat grotere plaats Spa. En ze eindigt dan in Spa. Wat het rondje bijna letterlijk rond maakt. De zuidelijkste plek van de route gaat door de noordpunt van Luxemburg waarbij de plaats Clervaux dan wordt dan aangedaan. Omdat ik eerst vanuit Heerde naar Hockai moet reizen en ik slechts 2 dagen tot m’n beschikking had, besloot ik om een hotel te nemen in Clervaux. Om aldaar de eerste dag te laten eindigen. En de volgende dag ben ik dan gelijk op weg voor het tweede deel van het ‘Rondje Francorchamps’
Zo geschreven; zo gedaan. Ik vertrok in een winderige, grijze bewolking met zo nu en dan een spat regen; via functionele snelwegen. Een lekker legaal gangetje zo tussen de 100 en 120 km/h deed me opschieten en onderweg een tankbeurt met een kop koffie. Ten hoogte van Venlo was het inmiddels droog geworden en het weer begon op te klaren. Daarom besloot ik de snelweg te verlaten, om via Duitsland richting de startplaats van de route te rijden. Een suffe fout die ik maakte was dat ik vergat dat tussen Venlo en Hockai een plaats Aken ligt en m’n navigatie stuurde me recht die stad door. Niet de moeite waard en kostte me ruim een half uur extra. Maar; de zon begon nu volop te schijnen, dus ik vergaf mezelf.
De totale route behelst zo’n 200 kilometer, deels de Ourtal Route volgend en ik heb de hele dag met een groteske glimlach gereden. Doordat het een normale maandag in oktober was, betekende het dat ik me soms een ‘lonely rider’ waande. Slechts een handjevol wielrenners, wandelaars en motorrijders trof ik in dit gebied. Je doet natuurlijk België aan, maar schuurt ook tegen de westkant van de Duitse Eifel. Voor mij eindigde de dag in het Luxemburgse Clervaux.
Voor wie nog nooit in dat plaatsje is geweest; je waant je in de zeventiger jaren. Gelegen in een dal waar de rivier de Clerve doorheen klieft. Er zijn diverse musea, een benedictijnenabdij van St-Marice en St Maur. Een grote kerk in Romaanse stijl, een Kasteel van Clervaux uit de 12e/17e eeuw, een Parochiekerk, een kapel van Onze Lieve Vrouw van Lorette. Een hele mond vol cultuur. En uiteraard hotels en restaurants. Bijzonder voor een plaatsje waar meen ik slechts zo’n 1.000 mensen wonen.
Aldaar aangekomen parkeerde ik m’n zijspanmotor en keek om me heen. De ingang van hotel Du Commerce keek me aan en ik besloot dat dit m’n onderkomen voor de nacht zou gaan worden. Gelukkig was er plek zat, een kamer/ontbijt voor 95 euro’s en een restaurant. Wanneer ik een dag extra had gehad, dan had ik me vast een dag kunnen vermaken in dit stadje.
De volgende ochtend stond in het teken van het tweede deel van de rit en daarna weer terug naar huis. Dus verder dan even rondrijden in het stadje met wat foto’s kwam het niet. Ondanks dat de zon z’n best deed om de nachtmist te verdrijven, was het met 9 graden best fris. Pas rond het middaguur tikte de thermometer de 20 graden aan. Maar mooi zeg!
Ik denk dat m’n favoriete seizoen eigenlijk toch de invallende herfst is. Dat wil zeggen; de zonnige dagen, dat dan wel. De nevel en dauw die aangetikt wordt door de zon en de wereld laat schitteren. En dan rijdend op de bochtige goed geasfalteerde Luxemburgse wegen op een heerlijk knorrende Triumph… jaja, het leven kan goed zijn zeg; erg goed.
Als afsluiting een paar dingen over de Triumph Thruxton met Watsonian Prescott zijspanmotor: altijd voldoende vermogen, uitstekende remmen en zeker gezien dat het een zijspanmotor is; best zuinig; maximaal verbruik 1 op 18 en minimaal 1 op 20,5.
Dit exemplaar is te koop en heeft zo’n 9.000 km gereden. Prachtigexemplaar!